In de drie jaar durende gruwelijke huurlingenoorlog tegen Carthago (240-237 v. Chr.) vat de Barbaren-aanvoerder een obsessieve liefde op voor Salammbô, de dochter van de Carthaagse hoofdman Hamilcar. Rond hun relatie speelt zich in wisselend ritme het epische verhaal af, waarbij voornamelijk klanken en kleuren de gewaarwording bepalen. De lezing van deze sterk gedocumenteerde roman is in drieërlei opzicht interessant. Door de vervreemding die een ver verwijderde historische gebeurtenis kan bieden. Door het andere mensbeeld van de 19e-eeuwse beschrijvende auteur, die, hoe objectief hij ook pretendeert te zijn, indirect deze eigen visie tot uiting doet komen. En tenslotte door het taalgebruik van de vertaler, die onontkoombaar een persoonlijke vleug over de tekst spreidt en dan hier gedurfde en geslaagde resultaten bereikt. Flaubert (1821-1880) was 41 jaar toen hij "Salemmbô" voltooide en onderhield met dezen en genen een intensieve correspondentie. In een brief aan Jules Duplan (25 sep…
Lees verder
In de drie jaar durende gruwelijke huurlingenoorlog tegen Carthago (240-237 v. Chr.) vat de Barbaren-aanvoerder een obsessieve liefde op voor Salammbô, de dochter van de Carthaagse hoofdman Hamilcar. Rond hun relatie speelt zich in wisselend ritme het epische verhaal af, waarbij voornamelijk klanken en kleuren de gewaarwording bepalen. De lezing van deze sterk gedocumenteerde roman is in drieërlei opzicht interessant. Door de vervreemding die een ver verwijderde historische gebeurtenis kan bieden. Door het andere mensbeeld van de 19e-eeuwse beschrijvende auteur, die, hoe objectief hij ook pretendeert te zijn, indirect deze eigen visie tot uiting doet komen. En tenslotte door het taalgebruik van de vertaler, die onontkoombaar een persoonlijke vleug over de tekst spreidt en dan hier gedurfde en geslaagde resultaten bereikt. Flaubert (1821-1880) was 41 jaar toen hij "Salemmbô" voltooide en onderhield met dezen en genen een intensieve correspondentie. In een brief aan Jules Duplan (25 september 1861) bekent hij dat het kinderoffer uit het dertiende hoofdstuk hem fysiek ongemak bezorgt. Waarschuwing: ook de lezer blijft geen buitenstaander! Verzorgde gebonden editie, vrij kleine druk.
Verberg tekst